Kerkenraad

Conform de kerkorde en ordinanties bestaat de kerkenraad van de Verenigde Protestantse Gemeente Bonaire uit de predikant, de ouderlingen en de diakenen.

De gemeente is opgedeeld in diverse wijken. Het streven is om ieder wijkteam te laten bestaan uit 1 ouderling aangevuld met enkele pastorale medewerkers.

De kerkenraad vergadert minimaal 12 keer per jaar en neemt beleidsbesluiten ten aanzien van het reilen en zeilen van de gemeente.

Uit het midden van de kerkenraad wordt een moderamen gekozen. Het moderamen kent een praeses, een scriba en een quaestor. De verkiezing van het moderamen vindt plaats in de eerste vergadering na de bevestiging van de nieuwe ambtsdragers.

Het moderamen bereidt de vergaderingen van de kerkenraad voor en handelt de lopende zaken af. Zij neemt geen beleidsbesluiten.

Aandachtspunten voor beleid.

ALLES!!!

De werkwijze van de kerkenraad

In het werk van de kerkenraad is het belangrijk om ‘richting te geven’ en ‘ruimte te scheppen’. We willen hieraan aandacht besteden en kijken hoe wij in ons functioneren en werken daar meer handen en voeten aan kunnen geven.

Het motiveren van gemeenteleden

Er is in de gemeente veel werk te verrichten, maar het is niet altijd makkelijk om daarvoor (de juiste) mensen te vinden. Hiervoor zijn verschillende redenen aan te geven, die op meer of mindere wijze van toepassing zijn. Allereerst hebben steeds meer mensen het gevoel het te druk te hebben om nog werk te verrichten voor de gemeente. Zeker wanneer het gaat om langdurige taken, zoals bijvoorbeeld het dragen van een ambt, voelen mensen een drempel. Ook de onbekendheid van de inhoud van een taak kan een reden zijn. Daarnaast zijn we niet altijd op de hoogte van de kwaliteiten van mensen (zeker van de ‘randgroep’), waardoor te vaak uit de bestaande actieve groep mensen worden geworven.

We willen dit probleem oplossen door meer te werken met afgebakende taken, de duidelijkheid van de werkzaamheden te vergroten en een lijst aan te leggen van de werkzaamheden en kwaliteiten van al onze leden. Het laatste punt vergroot de mogelijkheid om buiten de bestaande actieve groep mensen te werven voor specifieke taken. Dit kan de betrokkenheid van deze mensen bij de gemeente vergroten, waardoor er wellicht een groter kader wordt gevormd.

Daarnaast willen we ieder initiatief vanuit de gemeente serieus nemen en daar ondersteuning aan geven.

Het open kerk zijn.

We willen bewust open kerk zijn; dat betekent dat wij ons midden in de samenleving willen plaatsen en om willen zien naar iedereen die op ons pad wordt geleid. Die open houding vindt al plaats door onze aandacht voor mensen met ziekte of mensen in rouw, door bloemengroet, bezoek of het sturen van kaartjes. Ook proberen we tijdens het startweekend de hele gemeenschap er bij te betrekken. Verder willen we bekijken hoe wij in de toekomst nog meer uitdrukking kunnen geven aan die open houding. Dit willen we trachten te realiseren door:

– organisatie van activiteiten voor eenzamen en zieken in onze gemeenschap

– het openstaan voor vragen uit de samenleving (bijv. armoedevraagstuk)

– vergroten van de publiciteit van bestaande activiteiten.

Vanuit de gekozen profielen

De kerkenraad heeft in een eerdere vergadering gekozen voor het oecumenisch missionair – diaconaal en liturgisch profiel. Dit zal zijn weerslag hebben in de onderwerpen die de kerkenraad de komende vijf jaar aan de orde wil stellen. Te denken valt aan:

– het vieren van het avondmaal

– het betrekken van jeugd bij diaconale projecten

– vergroten van de kennis van andere kerken en geloven (excursies, thema-avonden, etc.)

– zichtbaar maken van diaconale projecten

– kijken hoe je een rol kunt spelen als gemeente bij sociaal-maatschappelijke problematiek in de burgerlijke gemeente

– vormgeven aan het oecumenisch missionair – diaconale profiel

Vorming en toerusting ambtsdragers

Er zal specifiek aandacht besteed worden aan de vorming en toerusting van ambtsdragers. Nieuwe ambtsdragers moeten een heldere inleiding krijgen in wat hun taak inhoudt. Daarnaast zullen we deelname aan ambtsdragertrainingen stimuleren, en kijken in hoeverre in de eigen gemeente de vorming en toerusting kan worden vergroot.