Lef
Lef is de moed om iets te doen wat je niet gemakkelijk vindt. Lef heeft te maken met leven. Zonder lef worden we angstvallig, durven er niet op uit te gaan of iets te ondernemen en dan komt het leven tot stilstand. Na de dood van Jezus werd van zijn leerlingen gevraagd dat zij het lef hadden om te gaan leven vanuit zijn verrijzenis. De levende nabijheid van Jezus, zijn verschijning na zijn dood, bracht verwarring bij Maria van Magdala. Zij mocht Jezus niet vasthouden zoals ze gewend was en zij moest de moed opbrengen om op een nieuwe manier met hem om te gaan. Thomas had het lef om zijn twijfel te uiten en hij had de moed om te vragen wat er voor hem nodig was om met de opgestane Heer verder te gaan: hij wilde zijn wonden voelen. Met Pasen heeft de kerk het lef om juist de voortgang van het leven te vieren. Je moet wel lef hebben om uit te spreken dat door de dood heen leven te vinden is! Lef heeft ook te maken met liefde: alleen wie liefheeft brengt het op om over de dood heen te kijken en te geloven dat alles op alles gezet moet worden om het leven niet te doen ophouden. Het paasgeloof zegt dat God zó is. Ieder die – misschien in verwarring en met twijfels – het paasfeest probeert mee te vieren, hoopt moed te vinden om door te gaan, ook in situaties waarin de dood in de pot lijkt. Want er is lef voor nodig om te leven in een krimpende kerk of in een geloofsgemeenschap die onder druk staat. En het vraagt moed om een dienend mens te zijn: het lef om ergens op af te gaan, om over vreemde drempels te stappen, mensen te ontmoeten die je niet kent en bij wie je niet zeker weet of je welkom bent. En delen met anderen veronderstelt niet alleen het weggeven van je geld, maar ook het lef om te zeggen wat er in je hart leeft aan moeite en ongeloof, aan dankbaarheid en geloof. ‘Op het leven’, een mooiere wens is er met Pasen eigenlijk niet!
Waarom willen we zo’n gemeente zijn?
Omdat Jezus zo is. Hij brengt kleur in het leven van mensen.
Hij bevrijdt, geneest, ondersteunt. Hij brengt mensen samen.
Hij gaat naar mensen toe. Drie jaar lang reist Hij rond om iedereen met het evangelie te bereiken. En door Zijn Geest en kracht kunnen wij Zijn navolgers zijn.
Hoe wordt je zo’n gemeente?
Kijk naar Jezus. Hoe kon Hij zo zijn? Altijd leefde Hij vanuit een oprecht geloof, dat Hij ook in alle openheid liet zien. Een geloof dat daarom ook betrokken is op de mensen om zich heen.
De mensen mogen de wereld mooier kleuren als ze in gedachte houden van waaruit ze willen leven.
Onze gemeente wil de regenboog blijven zien als een teken van het Verbond van God en mensen.
Als teken van die trouw die nooit zal ophouden.
Wat willen we zijn?
Wij zijn een veelkleurige gemeente want we zijn multiraciaal, multicultureel en multi-protestant.
Juist de verschillen maken het zo boeiend en ze leren ons naar elkaar te luisteren.
We zijn een lerende gemeente.
We zijn een luisterende gemeente.
We zijn een gemeente voor jong en oud.
We zijn een open gemeente, ieder mag zich bij ons welkom voelen.
We zijn een diaconale gemeente.
We zijn een missionaire gemeente.
We zijn vrolijke, biddende en zingende gemeente.
Hoe kunnen we dit volhouden?
Door ons persoonlijke geloof.
Door onze wekelijkse diensten.
Door onze stiltemomenten.
Door onze onderlinge verbondenheid.
Door pastoraat, gesprekskringen zorg voor elkaar.
Door samen te eten en koffie te drinken.
Door samen geld in te zamelen.